Summary N / E

Maracaibo (Venezuela), 9 oktober 1937 – Goes (Nederland), 1 januari 2005

Leven en werk
Jan (Willem) Goossen werd als kind van Nederlandse ouders geboren in Venezuela. Zijn vader werkte daar als ingenieur voor Shell. Vader Jannes Izaac Goossen (uit Vlissingen) en moeder Helena Bliek (uit Middelburg) verhuisden vaak. Met de kinderen Jan en Erna gingen ze in 1938 op verlof naar ‘Holland’ en reisden nog voor de Tweede Wereldoorlog terug naar Venezuela. In 1939 werd vader door Shell overgeplaatst en ging het gezin naar Curaçao om in 1944 naar de Verenigde Staten van Noord-Amerika, naar Wickford (Rhode Island) te verhuizen. Vader Goossen werkte hier voor de Nederlandse marine. Kort daarop werd hij uitgezonden naar oorlogsgebied in Nederlands-Indië. Ma, Erna en Jan verhuizen dan naar New York. In 1946 kwamen moeder, Erna en Jan Goossen voor een periode naar Nederland en vader voegde zich, zwaar gewond, vanuit Nederlands-Indië bij het gezin. Het gezin verbleef in Doorn, daarna in Bergen Binnen, om in 1947 weer naar Curaçao te vertrekken en door te reizen naar Venezuela.

In 1949 kwam Jan terug naar Nederland en woonde een periode in bij familie in Vlissingen, verhuisde naar Hilversum en Bussum. Hij ging in 1956 naar het basisjaar van de kunstnijverheid en in Amsterdam op kamers. Door een conflict met docent Ap Sok vertrok Jan tijdens het eerste jaar waar hij op de afdeling Illustratie zat. Hij ging in de winter van 1957-1958 naar Stockholm in Zweden. In 1958 is hij in militaire dienst en Jan keerde in 1959 terug naar de Kunstnijverheidsschool (Gerrit Rietveld Academie) afdeling Beeldhouwen in Amsterdam waar hij in 1961 cum laude afstudeerde. Tijdens en na zijn studie was hij persoonlijk assistent van de beeldhouwer Wessel Couzijn. Jan assisteerde bij de werkzaamheden van Wessel Couzijn aan het Unilever monument ‘Corporate Entity’. Hij raakte bevriend met Wessel Couzijn en zijn vrouw Pearl Pearlmutter, kwam vaak bij hen thuis en hij mocht voor een periode het atelier van Wessel in aan de Rapenburg in Amsterdam gebruiken. Jan was bevriend met Ben Guntenaar en bezocht tijdens zijn studie en daarna het atelier van Ben aan de Wibautstraat in Amsterdam. In deze periode was hij ook werkzaam de bronsgieterij van Joosten in Soest.

Hij trouwde in 1961 met Laura Dill, ze kregen twee kinderen; Marisa en Jurjan. Na de kunstacademie (Kunstnijverheidsschool) ontving Goossen de werkbeurs Maison Descartes en woonde hij in Parijs (1961-1962). Voor de aanvraag van deze beurs kreeg Jan aanbevelingsbrieven van o.a. beeldhouwer Wessel Couzijn en A.M. Hammacher (toenmalig directeur van het Kröller-Müller Museum). In januari 1963 ging hij naar New York en korte tijd daarna verhuisde hij naar San Francisco. In San Francisco werkte hij als beeldhouwer en plaatste in 1967 de ‘Sculpture Wall’ in San Francisco. In 1964 was hij mede-oprichter en tot 1965 mede-eigenaar van Foundry 3 (later: San Francisco Art Foundry) en studeerde twee jaar (1965-1967) architectuur aan het Heald College of Engineering in San Francisco. Hier won hij diverse architectuurprijzen zoals in 1965 was hij finalist van de Zellerbach Competition, in 1966 won hij de 1e prijs bij het  American Institute of Architects, San Francisco Chapter en de 1e prijs bij het College of Sonoma, Californië. In de periode in Californië raakte Jan bevriend met de beeldhouwer Mark di Suvero.

Terug in Nederland (1968) woonde en werkte de beeldhouwer in Amsterdam (1968-1972), Drenthe (1972-1974), Eindhoven (1974-1981) en Herpt (gemeente Heusden) (1981-2003). Vanaf 1983 woonde hij hier met zijn tweede echtgenote de beeldend kunstenaar Yvette Lardinois. Zij verbouwden de voormalige melkfabriek tot twee ateliers en een woonhuis. Vanaf de jaren ’90 verbleven ze vaak in hun verbouwde zomerhuis in Frankrijk. In juli 2003 verhuisde het stel naar Vrouwenpolder in Zeeland. Op 1 januari 2005 overleed Jan Goossen, na een kort ziekbed, aan kanker in het ziekenhuis in Goes.

Goossens beelden en tekeningen zijn in de loop van de jaren op vele plaatsen getoond zoals bij galerie Lambert Tegenbosch in Heusden (vanaf 1987). Hij nam deel aan vele tentoonstellingen zoals de Biënnale beeldenpark Middelheim, Antwerpen (1971 en 1982), Amstelpark, Amsterdam (1975 en 1981), ‘Klein plastiek’, Van Gogh Museum, Amsterdam (1975), ‘Beelden in het Stadswandelpark’, Eindhoven (1982) en tentoonstellingen in het Noordbrabants Museum, ‘s-Hertogenbosch (1989 en 1994).

Opdrachten in de openbare ruimte
Het werk van Goossen is op diverse plekken in Nederland in de openbare ruimte te zien. Een bekend beeld van hem is ‘Piramide’ oorspronkelijk gemaakt in opdracht van de Gemeente Amsterdam, voor het plein op het Spui in het centrum van Amsterdam (1976). Ruim tien jaar na de plaatsing verhuisde het beeld naar een plein bij de ingang van het Gaasperpark in Amsterdam. Hij maakte ook werken voor Shell in Rijswijk (1969) en voor de Rijksgebouwendienst in Zuidwolde (1974). ‘East Jesus Country Revisited’ staat voor het Ir. Ottenzwembad in Eindhoven (1975), ‘Septum (in gesprek met de vorigen)’ staat in het Stadswandelpark naast de stadsschouwburg in Eindhoven (1982), ‘Running Squares’ in de gemeente ’s-Hertogenbosch aan het Maximakanaal in het Kanaalpark (1988, verplaatst in 2014), het ‘Maasbeeld’ bij de Maasbrug aan de route Heusden-Wijk en Aalburg (1994), ‘Tree of Learning’ op het voorplein van het Carolus Borromeus College in Helmond (1998, verplaatst met de school 2014) en ‘Donjon’ voor het gebouw van de Rabobank in Vlijmen, gemeente Heusden (2002). Daarnaast is zijn werk in collecties van musea, tuinen en huizen van particulieren terug te vinden.

Beurzen
In 1973-1974 ontving Jan Goossen een stipendium van het Ministerie van C.R.M. en in 1978 een reisbeurs naar Canada van de Kunststichting Eindhoven. In Canada ontmoette hij opnieuw Mark di Suvero. In 1995 werkte hij met een stipendium in het Europees Keramisch Werkcentrum, ’s-Hertogenbosch. In 2000 ontving hij een werkbeurs met een en werkperiode in Mas de Charrou van de Virginie Janssens Stichting (Nederland/Frankrijk) en in 2001-2002 een kreeg hij een werkbeurs van de stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst (Mondriaan Fonds).

Nevenactiviteiten
Naast beeldhouwer was Goossen docent aan het Mollerinstituut in Tilburg (1976-1989); hij gaf aan de lerarenopleiding het vak handvaardigheid/constructieve vorming. Zijn collega-kunstdocenten waren in die periode o.a. Theo Kuijpers, Arie Berkulin, Marion Herbst, Harry Boom en Jeroen Vinken. Studenten uit die tijd waren Guido Geelen, Maria Roosen, Roos Theuws, Marien Schouten, Piet Tuytel, Frank van Hemert, Nan Groot Antink, Ton van der Vleuten, Sjef Voets, Paul Haentjes, Rob Moonen, Yvette Lardinois en vele anderen.
Jan Goossen had een aantal nevenfuncties. Zo was hij bestuurslid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers, lid van de percentagecommissie in Amsterdam, Visiting artist bij het Keramisch Werkcentrum (KWC) in Heusden en later lid van de toelatingscommissie van het Europees Keramisch Werkcentrum (Sundaymorning Ekwc) in Den Bosch en een aantal keren rijksgecommitteerde bij eindexamens op diverse kunstacademies.

 

Jan Goossen

Summary

Maracaibo, Venezuela, 9 October 1937 – Goes, The Netherlands, 1 January 2005

Life and work
Jan Willem Goossen was born in Venezuela as a child of Dutch parents. His father worked there as an engineer for Royal Dutch Shell. Father Jannes Izaak Goossen, from Vlissingen, and mother Helena Bliek, from Middelburg, moved house a lot. With their children Jan and Erna they went on home leave to Holland in 1938 and before World War II broke out they travelled back to Venezuela. In 1939 Goossen senior was transferred by Shell, and the family went to Curaçao, proceding to the US in 1944 (Wickford, Rhode Island). Goossen senior worked here for the Dutch navy. Shortly thereafter he was sent to the war zone in the Dutch East Indies. Mother, Erna and Jan Goossen stayed in New York and in 1946 went to the Netherlands. Goossen senior joined his family, having returned and wounded from the East Indies. The family resided in Doorn, afterwards in Bergen Binnen. They returned to Curaçao in 1947, from where they went on to Venezuela.

In 1949 Jan returned to Holland, living for a while in Vlissingen and from there moved to Hilversum and Bussum. He travelled around, spent half a year in Sweden in 1957 and 1958, and eventually ended up in Amsterdam. Here he studied art at the Gerrit Rietveld Academy, where he graduated with distinction (cum laude) in 1961. His period of study was interrupted briefly for compulsory service in the Dutch army. Both during and after his time as a student he worked as personal assistent for the sculptor Wessel Couzijn. Jan assisted Couzijn at his work on the monument ‘Corporate Entity’, commissioned by Unilever. He made friends with Wessel Couzijn and his wife Pearl Pearlmutter, visited them often in their home and for a while was allowed to use Wessel’s studio at the Rapenburg in Amsterdam. Jan had another friend in Ben Guntenaar. He frequented Ben’s studio at the Wibautstraat in Amsterdam, as a student and later on. In this period he also worked at the Joosten bronze foundry in Soest.

He married Laura Dill in 1961. The couple had two children: Marisa and Jurjan. After graduating from the Gerrit Rietveld Academy, Goossen was awarded a scholarship by the Maison Descartes and lived in Paris (1961-1962). Jan’s application for this grant was supported by letters of recommendation from Wessel Couzijn and A.M. Hammacher. In January 1963 he went to New York and shortly after moved to San Francisco. In San Francisco he worked as a sculptor and in 1967 he erected the ‘Sculpture Wall’ next to San Francisco’s Golden Gate Bridge. In 1964 he was co-founder and co-owner of Foundry3 (later on called the San Francisco Art Foundry). He spent two years studying architecture at the Heald College of Engineering in San Francisco (1965-1967). Here he won several awards in architecture: in 1965 he got to the finals in the Zellerbach Competition, in 1966 he won the 1st prize at the American Institute of Architects, San Francisco Chapter, as well as the 1st prize at the College of Sonoma, California. During his time in California Jan made friends with Mark di Suvero.

Back in the Netherlands the sculptor lived and worked in Amsterdam (1968-1972), Drenthe (1972-1974), Eindhoven (1974-1981) and Herpt, municipality of Heusden (1981-2003). As from 1983 he lived here with his second wife, artist Yvette Lardinois. They converted a former dairy factory into two studios plus living quarters. As from the nineties they often stayed in their second home in France, where a cottage was converted into a summer residence. In July 2003 the couple moved to Vrouwenpolder in Zeeland. On January 1, 2005, after a short period of acute illness, Jan Goossen died of cancer in the hospital in Goes.

Goossen’s sculptures and drawings have over the years been on show in many places, notably in the gallery of Lambert Tegenbosch in Heusden (as from 1987). He participated in many exhibitions, e.g. the Biennale in the statue park of Middelheim, Antwerp (1971 and 1982), Amstel Park, Amsterdam (1975 and 1981), ‘Small sculpture’, Van Gogh Museum, Amsterdam (1975), ‘Statues in the city promenade park’, Eindhoven (1982), as well as exhibitions in the Noordbrabants Museum in Den Bosch (1989 and 1994).

Commissioned work in public places
Goossen’s work is on display in public places at several locations in the Netherlands. A well-known sculpture by his hand is ‘Pyramid’, commissioned by the City of Amsterdam, and originally intended for the Spui square in the centre of Amsterdam (1976). More than ten years after its positioning there it was moved to the Gaasper Park in Amsterdam. He also made works for Shell in Rijswijk (1969) and for the State Housing Agency in Zuidwolde (1974). ‘East Jesus Country Revisited’ is in front of the swimming pool named after Ir. Otten in Eindhoven (1975), ‘Septum (in conversation with those that preceded)’ is in the City promenade park next to the City theatre in Eindhoven (1982), ‘Running Squares’ at the Kanaalpark in the municipality of Den Bosch (1988/moved in 2014), the ‘Maas Statue’ near the Maas bridge on the route from Heusden to Wijk en Aalburg (1994), ‘Tree of Learning’ in the forecourt of the Carolus Borromeus College in Helmond (1998), and ‘Donjon’ in front of the Rabo Bank building in Vlijmen, municipality of Heusden (2002). Further specimens of his output are to be found in collections of museums as well as private homes and gardens.

Scholarships
In 1973-74 Jan Goossen received a grant from the Ministry of Culture and in1978 agrant from the Art Foundation Eindhoven for a trip to Canada. In Canada he renewed his acquaintance with Mark di Suvero. In 1995 he worked on a scholarship at the European Ceramic Centre (Sundaymorning Ekwc) in Den Bosch. In 2000 he obtained a scholarship from the Virginie Janssens Foundation (Netherlands / France) for a period of work in Mas de Charrou. In 2001-02 he received a grant from the Fund for Arts, Design and Architecture (Mondriaanfonds).

Additional activities
Apart from being a sculptor, Goossen also worked as a teacher at the Fontys School of Fine Art (Moller Institute) in Tilburg (1976-89). In the teacher training college he taught the subject of art and constructive skills. His fellow art teachers in this period were, among others, Theo Kuijpers, Arie Berkulin, Marion Herbst, Harry Boom en Jeroen Vinken. Students at that time were Guido Geelen, Maria Roosen, Roos Theuws, Marien Schouten, Piet Tuytel, Frank van Hemert, Nan Groot Antink, Ton van der Vleuten, Sjef Voets, Paul Haentjes, Rob Moonen, Yvette Lardinois and many others. Goossen filled a number of additional functions. He was a committee member of the Dutch Circle of Sculptors, member of the percentage committee in Amsterdam, Visiting artist (KWC) and afterwards member of the admission committee of the European Ceramic Centre (Sundaymorning Ekwc), and a number of times state examiner at several art academies.